De Cello

De cello is een strijkinstrument, groter dan de viool en de altviool, en kleiner dan de contrabas. Cellisten houden hun instrument tussen hun knieën en zitten op een stoel. De cello steunt met een pin op de grond. De vier snaren van de cello worden meestal bespeeld met een strijkstok. Met de vingers van de linkerhand maken cellisten verschillende tonen, die klinken door de snaar aan te strijken of te tokkelen. De cello heeft een groot bereik: lage, warme donkere bassen, en prachtige brilliante hoge tonen. Men zegt vaak dat de klank van de cello veel op zingen lijkt.

cello onderdelen

De muziek

De ontstaansgeschiedenis van de cello begint ongeveer in de 16de eeuw, maar vanaf de 18de eeuw werd de cello echt gewaardeerd, en werd er ook veel muziek voor geschreven. Er is veel muziek gecomponeerd voor cello solo (de zes suites van J.S.Bach, of de sonate van Kodály) of voor twee cello’s, er zijn heel veel stukken voor cello en piano, of cello met orkest. Een cellist speelt ook mee in strijkkwartetten, pianotrio’s en symfonieorkesten. De meeste cellisten spelen klassieke muziek, maar er zijn ook cellisten die volksmuziek spelen, en tango, jazz of pop, en er zijn zelfs cellisten die heavy metal spelen. En je kent vast die twee jongens van 2Cello’s! In de lessen maak je kennis met verschillende stijlen zodat je de muziek kan ontdekken die jij mooi vindt.